Een Australian Labradoodle is meer dan een kruising tussen een Labrador en een Poedel.
Door de juiste mix van meerdere rassen en meerdere generaties is de zachtaardige, leergierige en allergievriendelijke Doodle ontstaan.
De rassen die ”gebruikt” zijn, zijn natuurlijk de Labrador en de Poedel, maar ook de Ierse Waterspaniel, de Curly Coated Retriever en de Amerikaanse en Engelse Cocker Spaniel.
Je kan dus niet zomaar een Australian Labradoodle krijgen door alleen maar een Labrador met een Poedel te kruisen.
De Australian Labradoodle is een gezond ras en voor het fokken gelden strenge regels.
Alle Australian Labradoodle fokhonden worden uitgebreid getest voordat ermee gefokt wordt.
Een Australian Labradoodle wordt tussen de 13 en 15 jaar oud. Vooralsnog zijn er geen specifieke gezondheidsproblemen die in dit ras voorkomen. Ouderdieren worden streng getest op knie, -heup,- elleboog en oogafwijkingen. Daarnaast wordt er nog getest op een aantal andere ziekten via het DNA en uiteraard wordt het DNA profiel van de ouderdieren vastgelegd. Natuurlijk zijn er wel eens dieren die iets mankeren, maar veel voorkomende problemen zijn er nu niet.
Een Australian Labradoodle is een heerlijke gezinshond die voor veel mensen geschikt is. Je moet echter niet bang zijn voor veel borstel- en trimwerk en een oneindige hoeveelheid zand in huis. Daarnaast is het van groot belang dat je tijd hebt. De Australian labradoodle is geen hond die geschikt is voor gezinnen waar de hond vaak alleen zou moeten zijn. Het is belangrijk een fokker te kiezen waar de pups op een leeftijd van circa 7 weken door een objectieve gedragstherapeut worden getest. Natuurlijk wordt er vaak naar kleur, krullen en sexe gekeken, maar al die zaken zijn echt compleet onbelangrijk als de pup een karakter heeft dat niet bij de leefstijl van een gezin past. Toewijzing op basis van karaktereigenschappen zorgt voor de grootste kans op een goede en gelukkige match voor een mooi en lang leven samen met de hond.
De Australian Labradoodle is erg intelligent, sociaal, komisch en zacht en rustig in de omgang. Door zijn intelligentie is hij makkelijk te trainen. Zowel de gewone gehoorzaamheidscursussen als ook speciale behendigheidscursussen of opleidingen tot therapiehond zal hij goed en vrij gemakkelijk doorlopen en ook erg leuk vinden. Zijn intelligentie heeft ook een keerzijde. Wanneer hij niet goed wordt opgevoed of getraind zal hij de intelligentie aanwenden om zichzelf zo veel mogelijk ondeugende streken aan te leren en dan kan het een behoorlijk eigenwijze en vervelende hond worden. Geef hem dus voldoende goede geestelijk uitdaging. Zijn sociale karakter maakt dat hij heel erg graag in de aanwezigheid van zijn baasje is. Het is absoluut geen hond om buiten te houden. Dan wordt hij echt ongelukkig. Het is ook geen hond om heel veel alleen te laten. Natuurlijk kan je hem wel leren enige tijd alleen te blijven en hij zal dat ook zeker accepteren, maar echt gelukkig is hij pas in aanwezigheid van mensen en ook andere honden. Hij gaat heel graag op pad met zijn baas en heeft ook fysieke uitdaging nodig.